De plantage Luchtenberg

De plantage Luchtenberg staat ook wel bekend onder de naam Mahuma en lag in de Middendivisie. Zij werd door de rooimeesters in 1801 beschreven als gelegen ten oosten van de plantage Malpais, ten noorden van de gemene weg naar Beneden, ten westen van de gemene weg van Hato en ten zuiden van de plantage Hato.

In januari 1802 verkochten Roeloff en Lucas Raven deze plantage aan Jurriaan Schaup voor een totaalbedrag van 5.800 pesos. De inventaris, die in november 1801 werd opgenomen en berekend op 1.140 pesos, omvatte onder andere: 3 negers, 11 koebeesten, 51 schapen, 9 cabrieten, 12 hoenders, 3 kalkoenen, 2 paarden, 4 ezels en een oude kar. Voor de grond betaald de koper derhalve 4.660 pesos.

De beide ouders van Jurriaan Schaup waren vlak voor de aankoop van de plantage overleden. Kennelijk beschikte hij hierna over wat geld, want hij kocht niet alleen deze plantage, maar investeert er ook in zoals bleek uit een inventarislijst uit mei 1807 waarin de inboedel geraamd werd op 2.791 pesos. De inventaris bevatte dan onder andere 10 negers, 300 schepel mais, 12 koebeesten, 5 kalveren, 54 schapen, 19 dito lammeren, 30 kabrieten, 11 dito lammeren, 1 paard, 4 ezels, 28 kalkoenen, 100 hoenders, een vlugt duiven en een oude kar. De oogst was binnen, de schapen en geiten hadden gelammerd en er was veel pluimvee bijgekomen. Opvallend is de uitbreiding van het aantal negers.

Lang heeft Jurriaan Schaup niet van zijn plantage kunnen genieten, want enkele jaren jaar na de aankoop is hij overleden. In juni 1807 werd de plantage door zijn broer Jan Hendrik Schaup in de functie van executeur-testamentair verkocht aan mejuffrouw Johanna Catharina Corpus, die de plantage tot haar dood op 10 maart 1841 in bezit hield. Men schatte haar leeftijd bij overlijden op 72 jaar. De plantage werd daarna publiek geveild en kwam in handen van Carel Frederik Neuman.

Jurriaan Manuel Schaup was een zoon van Johan Andreas Schaup en Maria Niemand. Zijn relatie met Johanna Catharina Corpus is niet volledig duidelijk, maar het was geen toeval dat juist Johanna de plantage na zijn dood in 1807 kocht:

  • In oktober 1797 liet zij een testament opmaken en benoemde daarbij Jurriaan tot universeel erfgenaam.
  • Jurriaan zelf liet in april 1805 zijn testament opmaken en benoemde daarbij de kinderen van Johanna tot erfgenaam van de helft van zijn bezittingen. De andere helft ging naar zijn broer.
  • Een dochter van Johanna werd Petronella Geertruida Schaup genoemd en die laatste trouwde later met Samuel Augustin de Lannoy. Dit echtpaar had onder andere een zoon met de naam Jurriaan Claries de Lannoy.

De plantage wisselde veelvuldig van eigenaar. Op de genoemde datum kochten de volgende personen de plantage:

Datum aankoop: Koper:
21 december 1744        Wed. Juan Schuurman
9 mei 1753 Moses Penso
11 mei 1753 Hendrik Teepken
8 juni 1759 H.W. van Kinswilder Winkler    
20 juli 1764 Jacob Wouters
8 oktober 1782 Ridchard Raven
5 januari 1802 Roelof en Lucas Raven
5 januari 1802 Jurriaan Schaup
12 juni 1807 Johanna Catharina Corpus
16 september 1841 Carel Frederik Neuman

In 1908 werd het 365 hectare grote terrein door het gouvernement opgekocht en ter verpachting in stukkken verdeeld. Het gebied staat tegenwoordig bekend onder de naam Mahuma.


© Robert Buzink